Jaap Robben
(Oosterhout NB, Holanda 1984) es un escritor, poeta y dramaturgo.
Escribe poesía y cuentos desde el año 2000, tanto para niños como para adultos y ha publicado cuatro colecciones.
Jaap Robben
Traducido por Marloes Overbeek
Meneer
Oma kent mijn naam niet meer,
vroeger spiekte ze nog
op het briefje
naast haar telefoon,
verwisselde mij met mijn
vader, broer of oom.
Maar als ik nu
haar kamer binnenkom,
met de klink nog
in de hand,
zegt ze ‘Dag…
meneer.’
Oma kent
mijn naam niet meer.
Señor
Mi abuela ya no sabe mi nombre,
antes aún miraba
el papelito
al lado de su teléfono,
me confundía con mi
papá, hermano o tío.
Pero ahora cuando
entro a su habitación,
todavía con la mano
sobre la manija,
me dice “Hola...
señor.”
Mi abuela
ya no sabe mi nombre.
Druivenpitjes
Als een komeet de aarde nadert,
koop dan druiven van je laatste geld,
eet ze op en slik de pitjes door.
Maak je geen zorgen om de struik
die zal groeien uit je oren en je buik.
Want straks ben jij het thuis
van een jong vogelgezin.
Semillitas de uva
Cuando un cometa se acerque a la tierra,
cómprate uvas con tu último dinero,
cómetelas y trágate las semillitas.
No te preocupes por el arbusto de vid
que crecerá de tus orejas y de tu vientre.
Luego serás la casa
de una joven familia de pájaros.
Gedichten
Graveeltje
Zijn leven is saai als een steen.
Eén dag als een graveeltje
en je verveelt je meteen.
Het enige diertje op aarde
dat niet kan bewegen.
Ligt dagen op straten te wachten
in de hoop op een bezem
die hem verder wil vegen.
Dus wil je dit arme diertje
iets laten beleven
dan kun je 'm het beste
een rotschop geven.
Twee tranen
Soms moet mijn moeder huilen
zomaar twee tranen uit het niets
en wacht ik op de trap
tot ze me ziet.
Dan kust ze mij.
Tranen hoef je niet te snappen
die zijn er soms gewoon
fluistert ze
en deze zijn allebei voor jou.
(De Geus-2008)
Is al het water ooit verdriet geweest?
Zijn mijn tranen aan te wijzen
in het blauw van onze wereldbol?
Komen ze elkaar tegen
in de damp boven de thee
of in de harde herfstregen
die mijn raam wakker houdt?
Misschien ontmoet de een de ander
in een ijspegel aan een brug
of zien ze elkaar
op een wang
pas weer terug
(De Geus – 2008 )
Knolletjes sokken
Gek dat mensen
sokken gevangen houden
in het donker van hun kasten.
Tot pijnlijk strakke knolletjes gedraaid
in een achterwaartse salto
flik-flak met dubbele knopen
alsof iedereen bang is
dat ze weg willen lopen.
Maar sokken
hoef je niet te mishandelen,
want zonder voeten
houden ze niet van wandelen.
(De Geus – 2008)
Bakjes geur
De oranje zomeravond ruikt
naar afgekoelde zomerdag.
Met een hersluitbaar bakje van de Chinees
vang ik haar laatste restjes geur.
'Kliekje' schrijf ik erop
met een watervaste stift.
Bewaar hem in mijn vriesvak
bij de verzameling
geuren van dagen
overheerst door geluk.
(De Geus – 2007)
Saharazand
Vroeger in de zomer
hing ik bij een
sterke zuidenwind
met een glazen potje
meters uit het raam.
Zo spaarde ik korrels
zand van de Sahara.
Als ik dan na uren sparen
in mijn potje staarde
was ik toch
een beetje op vakantie.
(Uitgeverij Steunzool – 2004)
Archeologische vondst
Als ik ooit opgegraven word
op een vergeten begraafplaats,
waar nieuwbouw verrijst
en ijzer van een spade
op mijn kale holle schedel stuit.
Word ik dan uitgegraven?
Zand en stof met een kwastje
van mijn ribben geveegd?
Zorg ik voor bouwvertraging
en weet men wie ik was?
Zal mijn naakte skelet
aan nieuwsgierig publiek
in eenmuseum worden getoond?
Laat de archeoloog zijn dochter schrikken
door mijn schedel te verstoppen in haar bed
Zullen museumbezoekers
met de adem uit hun neus
condens maken op mijn vitrine?
Zou men dan een ansichtkaart
van mijn botten willen hebben?
Als ik ooit opgegraven word,
hoop ik in een museum te komen
en een vader zijn kind voorleest
van het bordje bij mijn skelet:
Vrouw, 12 e eeuw voor Christus.
(Uitgeverij Steunzool – 2004)
No hay comentarios:
Publicar un comentario